Een behoorlijke woordenschat in het Nederlands is voor leerlingen van essentieel belang om het onderwijs goed te kunnen volgen, met name bij begrijpend lezen en wereldoriëntatie. Voor veel leerlingen is een grote woordenschat echter geen vanzelfsprekendheid. Op veel scholen is daarom woordenschatonderwijs een belangrijk speerpunt. Bij het kiezen van geschikte doelwoorden daarvoor vormen woordfrequentielijsten een hulpmiddel.
In mijn verhaal wil ik de gebruiksmogelijkheden van een aantal woordfrequentielijsten laten zien, de voor- en nadelen, en de verschillen en overeenkomsten van verschillende typen, o.a. Streeflijst Kleuters voor zesjarigen, Schrooten/Vermeer, WAK en BasiLex. Woordfrequentielijsten worden dus gebruikt bij het zoeken van geschikte doelwoorden voor een les. Ik loop een aantal criteria langs waardoor een woord geschikt geacht wordt voor een les voor een bepaalde doelgroep (be-/onbekend, functioneel, passend in context, passend aantal), en geef aan hoe geschikte woorden te zoeken in genoemde woordenlijsten en woordfrequentielijsten.
Woordfrequentielijsten kunnen ook een hulpmiddel zijn bij het bepalen van de moeilijkheidsgraad van een verhaal of tekst voor een bepaalde groep leerlingen. Ik geef aan hoe je de tekstmoeilijkheid kunt bepalen en laat daarbij een tool zien bij Schrooten/Vermeer waarmee je dat automatisch kunt doen. Woordfrequentielijsten worden daarnaast gebruikt voor het schatten van iemands woordenschatomvang. Ik geef aan hoe dat werkt, en hoe je dat kunt inzetten in het onderwijs.