Jonge kinderen met een etnische minderheidsachtergrond, zoals Turkse kleuters die in Vlaanderen of Nederland opgroeien, leren heel vlug nieuwe woorden zodra ze veel taal horen, zegt men vaak. Niet elk type gesprek is echter even succesvol. In ons onderzoek hebben we een relatie gevonden tussen leerkrachten die kleuters met name productief aanspreken, wat betekent dat zij kinderen veel ruimte geven om eigen ideeën in te brengen, en sterkere tweedetaalverwerving vergeleken met leerkrachten die hun leerlingen non-productief aanspreken. Non-productieve interactie is het type interactie dat we allemaal kennen van het onderwijs: de leerkracht stelt een vraag en de leerling moet het correcte antwoord (en geen ander) geven. Non-productieve interactie is echter minder succesvol dan productieve interactie als het gaat om het leren van een tweede taal. We hebben bovendien gevonden dat kinderen die niet aan productieve gesprekken deelnemen maar wel de mogelijkheid hebben om die gesprekken tussen de leerkracht en andere kinderen af te luisteren eveneens nieuwe woorden leren. Zo vonden we dat het afluisteren van productieve gesprekken beter werkte voor kinderen die niet graag naar school gaan dan voor kinderen die wel graag naar school gaan.

Tijd en locatie

    • 13 van 50 plaatsen beschikbaar
  • Carolien Frijns

    Carolien Frijns (KU Leuven, Centrum voor Taal en Onderwijs) is recent gepromoveerd op een onderzoek naar tweedetaalverwerving bij kleuters. Het hoofddoel van haar onderzoek is een bijdragen aan (meer) gelijke onderwijskansen voor kwetsbare leerders in onz