26% van de kinderen in Nederland groeit op in een gezin met een migratie achtergrond. De overgrote meerderheid van deze kinderen leert hierdoor naast het Nederlands een andere taal. Andere kinderen worden meertalig doordat ze in Friesland wonen, een officieel tweetalige provincie, of doordat er thuis een andere regionale taal gesproken wordt. Ook zijn er kinderen die naast gesproken Nederlands, gebarentaal leren. En veel kinderen beheersen naast standaard Nederlands, andere registers zoals straat- of texttaal. Nederland is, kortom, een linguïstisch divers land en het is essentieel om te weten wat deze diversiteit voor kinderen betekent. In deze lezing loop ik een aantal populaire ideeën over meertalige taalontwikkeling langs, waarbij ik kies voor een brede invulling van het begrip “meertalig”. Ik bespreek deze ideeën aan de hand van inzichten uit wetenschappelijk onderzoek.

 

Elma Blom is hoogleraar Taalontwikkeling en Meertaligheid in Gezin en Onderwijs bij de afdeling Orthopedagogiek: Cognitieve en Motorische Ontwikkelingsproblemen. Haar onderzoek en publicaties gaan over meertaligheid in relatie tot de omgeving waar kinderen in opgroeien en waar ze in functioneren, cognitieve effecten van meertaligheid, het onderscheiden van taalachterstand en TOS, en verbetering van de diagnostiek bij meertalige kinderen.