Bestaat er een manier om leerlingen via gevarieerde en boeiende opdrachten taalbeschouwing bij te brengen? Ja. Ze werkt grotendeels inductief en doet een beroep op de taalvaardigheid van de leerlingen. Bovendien kan ze op elk onderwijsniveau en in elk vak worden toegepast. In de les is taalgebruik het startpunt startschot voor een leerlijn waarin herkenbare, levende taalsituaties en taalbeschouwing elkaar voortdurend afwisselen en waarbij het inzicht van de leerlingen in het taalsysteem groeit. Concreter: via allerlei boeiende taaltaken gebruiken de leerlingen hun taalvaardigheden (spreken, luisteren, lezen, schrijven) om inzicht te verwerven in het taalsysteem, wat hen uiteindelijk verder helpt in hun taalgebruik. Zij formuleren dat inzicht ook zelf. Door deze aanpak worden de leerlingen meer gemotiveerd om bijvoorbeeld grammatica te leren. En ook de leerkracht krijgt opnieuw zin in onderwijs taalbeschouwing. Of nog meer. De visie achter de methode sluit aan bij het sociaal constructivisme: leerlingen bouwen zelf actief mee aan hun inzichten en kennispakket, in plaats van passief toe te kijken en - misschien - te aanhoren hoe ze met kennis worden overgoten. Andere didactische principes achter de methode zijn: de afstand verkleinen tussen leerstof en leerling, en leerlingen taalkansen bieden.

 

Jan T’Sas, licentiaat/master Germaanse Filologie, gewezen leraar Nederlands in het voortgezet onderwijs, praktijkassistent Nederlandse vakdidactiek in de lerarenopleiding en docent Taal en Leren aan de Universiteit Antwerpen,  gewezen hoofdredacteur van Taalschrift (Nederlandse Taalunie), bestuurslid van de Vereniging voor het Onderwijs in het Nederlands (VON), auteur van schoolboeken Nederlands onderwijs, onderzoeker aan de Karel de Grote Hogeschool, auteur van de website Neejandertaal.be. In juni 2018 promoveerde hij tot doctor in de onderwijswetenschappen met een proefschrift over de leereffecten van exploratieve gesprekken tijdens groepswerk.

Tijd en locatie

    • 3 van 60 plaatsen beschikbaar