Leesstrategieën versus achtergrondkennis?

Goed begrijpen wat je leest is het belangrijkste doel van het leesonderwijs. Hiermee gaat het in Nederland niet echt goed: de positie van Nederland daalt internationaal gezien gestaag en onze leerlingen hebben nauwelijks plezier in lezen.

Recent is een óf-óf discussie ontstaan. Sommigen stellen dat achtergrondkennis doorslaggevend is voor begrip. Begrijpend leesonderwijs zou vooral gericht moeten zijn op het opbouwen van kennis van de wereld. Anderen stellen dat kennis hebben van begrijpend leesstrategieën en wanneer deze te gebruiken essentieel is.

Uit onderzoek is bekend dat leesbegrip door een veelheid aan elementen beïnvloed wordt: 1.Achtergrondkennis; 2. Woordenschat; 3. Kennis van genre en tekststructuur; 4. Kennis van waarom en wanneer strategieën in te zetten; 5. Praten over teksten; 6. Schrijven over of herschrijven van teksten; 7. Leesmotivatie. Begrijpend leesonderwijs zou dan ook aan elk van deze elementen aandacht dienen te besteden. In deze presentatie wordt deze stellingname nader toegelicht.

 

Thoni Houtveen is emeritus lector Geletterdheid van de Hogeschool Utrecht. Haar onderzoeksprogramma richt zich op het ontwikkelen, implementeren en evalueren van leesinterventieprogramma’s over aanvankelijk, vloeiend en begrijpend lezen in het  basisonderwijs. Het betreft integrale schoolverbeteringsprogramma’s, waarin niet alleen het programma voor lezen is opgenomen, maar ook aanwijzingen voor de leerkracht in de groep en aansturing door de schoolleiding. Ten behoeve van het verbeteren van de instructiekwaliteit van de leerkrachten wordt data-gestuurde feedback ingezet.