Vaak rendeert groepswerk niet echt: veel decibels, weinig leren. Hoe vervangen we het lawaai door kwaliteit? Hoe kunnen leerlingen al pratend echt van elkaar leren? Kortom, hoe kunnen we groepsgesprekken effectiever maken? Veel Nederlandstalige publicaties over groepswerk focussen op taakverdeling, organisatie en structuur, maar het spreken zelf krijgt veel minder aandacht. Dat is onterecht, want uit internationaal onderzoek blijkt al jaren hoe belangrijk het is. Vooral Britse onderzoekers bereikten op dat vlak al heel wat. Een pas afgerond experiment met exploratieve gesprekken in vijf Vlaamse lagere scholen bevestigt hun bevindingen: leerlingen werken beter samen, leren meer van elkaar en worden sterker in probleemoplossende taken, ook individueel. En ook taalzwakke leerlingen versterken hun taalvaardigheid.

 

Jan T’Sas, licentiaat/master Germaanse Filologie, gewezen leraar Nederlands in het voortgezet onderwijs, praktijkassistent Nederlandse vakdidactiek in de lerarenopleiding en docent Taal en Leren aan de Universiteit Antwerpen,  gewezen hoofdredacteur van Taalschrift (Nederlandse Taalunie), bestuurslid van de Vereniging voor het Onderwijs in het Nederlands (VON), auteur van schoolboeken Nederlands onderwijs, onderzoeker aan de Karel de Grote Hogeschool, auteur van de website Neejandertaal.be