Tegen de tijd dat leerlingen in groep 6 belanden, vindt er een uitdagende omslag plaats: leerlingen gaan steeds meer lezen om te leren. Tegelijk weten we dat Nederlandse leerlingen het juist met diep tekstbegrip lastig hebben. Het zien van de rode draad in een tekst en het geordend onthouden van de belangrijkste informatie: stuk voor stuk vaardigheden die lastig zijn om te leren én om te onderwijzen. Tijdens mijn promotieonderzoek heb ik onderzocht of expliciete aandacht voor de onderliggende structuur van informatieve teksten (denk aan: oorzaak-gevolg, chronologie) een kansrijke manier kan zijn om het leesonderwijs te verrijken. De achterliggende gedachte is: als je weet hoe een tekst is opgebouwd en welke logische denkrelaties daarin zitten, dan geeft dat lezers mogelijk een handvat om de inhoud uit de tekst geordend te verwerken. Maar is dat daadwerkelijk het geval voor leerlingen in groep 6 tot en met 8? Is het effectief om aandacht aan tekststructuur te besteden? Hoe ziet goed onderwijs over tekststructuur eruit? Welke uitdagingen zijn er nog in de Nederlandse context? Ik laat aan de hand van mijn onderzoek en een aantal praktische voorbeelden zien hoe aandacht voor tekststructuur kan helpen om gelijktijdig aan kennisopbouw en diep tekstbegrip te werken.