Veel scholen richten het aanbod voor begrijpend lezen in met een methode. De tijd wordt besteed aan tekstbehandeling en het maken van reflectieve opdrachten over de tekst.

Verkeerd? Nee, natuurlijk niet. De bestede onderwijstijd kan zeker effectief zijn als de leerlingen goed geïnstrueerd worden over de aanpak die nodig is om over het onderwerp van de bewuste tekst meer te weten te komen. Maar wat betekent in dit verband ‘goed geïnstrueerd’?

Goede instructie die het denken van leerlingen over een tekst bevordert, gebeurt door een leraar die hardop, het denken demonstreert, die voordoet hoe of leerlingen zouden kunnen denken om van de tekst te leren en die het denken met tekst gerelateerde opdrachten verder uitdaagt. Een effectieve instructie die wordt vormgegeven vanuit de kaders van een effectief direct instructiemodel waarbij de verantwoordelijkheid voor het leren geleidelijk verschuift van leraar naar leerling. CPS noemt deze handelswijze voor de instructie van Pearson & Gallagher (1984), Gradual Release of Responsibility Instruction Model, afgekort: GRRIM. (Zie voor verdere uitwerking: Förrer, M. & Van de Mortel K., Lezen… denken… begrijpen! CPS 2014). Maar er is meer nodig dan dit.

Deze vorm van het aanleren van vaardigheden is slechts ‘oppervlakkig’ leren (Hattie, 2016). De leerlingen hebben veel meer gelegenheid nodig om het geleerde te kunnen toepassen, ook op een hoger (denk- en of tekst) niveau. Dan ontstaat er transfer en leren ze echt (Van de Mortel K. & Ballering, C., Verdiepend lezen, CPS 2015)

Daarvoor zijn er (veel) geschikte teksten nodig, de juiste aanpak, de goede vragen en formatief evalueren voor goed zicht op het leren van de leerlingen.

Schoolteams kunnen voor het aanbod van teksten o.a. gebruikmaken van de (methodische) teksten van uit de wereld oriënterende vakgebieden.  De presentatie zal zeker ingaan op de geschiktheid van (teksten) wereld oriënterende methoden om de ontwikkeling van het leesbegrip te stimuleren.

 

Karin van de Mortel volgde de Pedagogische Academie in Haarlem en studeerde Orthopedagogiek in Groningen en Psychodiagnostiek in Leiden. Ze was werkzaam als leerkracht, leerlingbegeleider en algemeen schoolbegeleider en als Pabo-docente. Als specialist op het gebied van taal- en leesonderwijs coördineert ze bij CPS verschillende taal-leesprojecten in het (speciaal) basisonderwijs.

Ze ondersteunt schoolbesturen bij verandertrajecten, geeft lezingen en ze begeleidt scholen.

Daarnaast schreef zij diverse boeken over leesonderwijs zoals ‘Lezen…. denken…begrijpen! En ‘Grip op Leesbegrip’ over begrijpend lezen; ze schreef ‘Verdiepend lezen’ en het ‘Handboek technisch lezen voor het basisonderwijs’.